-
1 pale
adj. bleek; zwak; wit--------n. paal; staak; bleek--------v. bleek (doen) wordenpale1[ peel] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:2 beyond the pale • buiten de perken, ongeoorloofd————————pale2〈bijvoeglijk naamwoord; paler; paleness〉1 (ziekelijk) bleek ⇒ licht-, flets♦voorbeelden:pale blue • lichtblauwlook pale • er pips uitzienturn pale • verbleken————————pale3〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
2 bleach
n. bleken, (doen)verbleken, bleekmiddel--------v. blekenbleach1[ blie:tsj] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————bleach2〈 werkwoord〉1 bleken ⇒ bleek worden/maken, (doen) verbleken -
3 lose
v. verliezen; kwijt raken; zich afdoen van; niet begrijpen1 verliezen ⇒ verlies lijden, er op achteruit gaan♦voorbeelden:lose out • het afleggenlose out on something • er (geld) bij inschietenlose on the horses • (geld) verliezen bij de paardenrennen1 verliezen ⇒ kwijtraken, niet (meer) hebben, verspelen♦voorbeelden:lose count • de tel kwijtrakenlose one's mind • krankzinnig wordenlose sight of • uit het oog verliezenlose one's temper • boos wordenlose no time in (doing something) • geen tijd verspillen met (iets)lose one's way • de weg kwijtrakenlose oneself in • geheel opgaan inlose to someone • tegen iemand verliezen -
4 sallow
adj. vaal(geel), ziekelijk geel, bleek--------n. wilg--------v. ziekelijk geel, vuilgeel, vaal; vaal worden (maken)sallow1[ sæloo] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 wilg————————sallow2〈bijvoeglijk naamwoord; sallowness〉1 vaal(geel) ⇒ (ziekelijk geel)bleek, grauw(bruin)————————sallow3〈 werkwoord〉1 vergelen ⇒ grauw(bruin) (doen) worden, vaal/bleek (doen) worden♦voorbeelden: -
5 blanch
v. wit maken, bleken; doen verbleken; pellen; verbleken, wit worden[ bla:ntsj]1 bleek/wit worden ⇒ verschieten♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 doen verbleken ⇒ bleken, ontkleuren
См. также в других словарях:
Verbes irreguliers neerlandais — Verbes irréguliers néerlandais Infinif OVT Participe passé Traduction Bakken Bakte Gebakken Cuire Barsten Barstte Gebarsten Éclater Bederven Bedorf Bedorven Corrompre Bedriegen Bedroog … Wikipédia en Français
Verbes irréguliers néerlandais — Infinif OVT Participe passé Traduction Bakken Bakte Gebakken Cuire Barsten Barstte Gebarsten Éclater Bederven Bedorf Bedorven Corrompre Bedriegen Bedroog Bedrogen … Wikipédia en Français